Ga naar de inhoud

Hier kunt u beginnen met even omhoog te kijken naar het dak. Het is een imponerend gezicht: de enorme rieten kap met zijn glooiingen en hoogte verschillen, dit is een zogenaamde kameelrug. Zo’n kameelrugdak is in de 17e of 18e de eeuw ontstaan door behoefte aan droge en grotere hooiberging. In 1968 was de kameelrug bij deze boerderij vervangen door een lager pannendak maar, vanwege de keuze te reconstrueren naar de situatie van ongeveer 1950, nu weer te zien in het vlakke polderlandschap.

Westzijde van de verplaatste boerderij

Verder ziet u hier aan de westzijde eerst de groentetuin. Iedereen had vroeger een tuin en verbouwde groente voor eigen gebruik. Men was in vroeger tijd bijna geheel zelfvoorzienend. Bij een boerderij met haar vele bewoners was dus een flinke groentetuin nodig. Een haag beschermde de teelt tegen wildvraat. De groenten werden verbouwd op keurige bedden. In betere tijden kwam er wat meer sier in de tuin; aanvankelijk een klein stukje siertuin, volgens de heersende mode omzoomd met buxusperkjes oftewel palmboompjes. Het gedeelte van de teelt, dat minder aandacht  nodig had zoals aardappels verdween naar een naastgelegen akkertje: de aardappelakker.

In het westen en het oosten grenzen weilanden aan de boerderij, het geeft een mooi beeld van de situatie zoals die vroeger geweest zou kunnen zijn (de nieuwbouw even wegdenken natuurlijk). Bij de ontginning is de grond in gelijke percelen van ongeveer 110 meter verkaveld. De oudste boerderijen liggen ongeveer op deze afstand van elkaar met daartussen, grasland of akkertjes.

De gevels van de boerderij zijn uitgevoerd in diverse soorten steen. Dit voorste gedeelte van de westgevel is uitgevoerd in rode ijsselsteentjes. Links van de entreedeur zit een bouwspoor van de vroegere deur. Wat meer naar voren in de zijgevel zitten twee zwarte ringen, mogelijk gebruikt om horden (vlechtwerk van wilgentakken) aan vast te maken om de gevel te beschermen tegen golfslag bij een overstroming.

Locaties QR-codes buiten